Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [28]Jozabath, de dochter [29]des konings, nam [30]Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, en zette hem en zijn [31]voedster in een [32]slaapkamer; zo verborg hem Jozabath, de dochter van den koning Joram, de huisvrouw van den priester [33]Jojada (want zij was de zuster van Ahazia), voor Athalia, dat zij hem niet doodde. 28. Hebreeuws Jehoschabath; anders ook genaamd Jehoscheba; 2 Kon.11:2. 29. Namelijk, van Joram, den zoon van Josafat, en dienvolgens de zuster van Ahazia; 2 Kon.11:2. 30. Anders, Jehoas; 2 Kon.12:2. 31. Die hem gezoogd had, of nog zoogde; want hij was maar een jaar oud. Vergelijk onder, de aantekening hfdst.23 vs.1. 32. Hebreeuws, een kamer der bedden. Zie de aantekening 2 Kon.11:2. 33. Hebreeuws, Jehojada. Zie van dezen 2 Kon.11:4.